Ontwikkelingsvoorsprong en school

De hoogbegaafde baby

Hoogbegaafde baby’s bestaan. Hoogbegaafdheid is namelijk erfelijk, de aanleg is er al bij de geboorte. Waarom zien ouders die er eentje hebben dat dan niet?  Dat is niet zo gek, je je eigen kind is je referentiekader. Dus als jij een slim kind hebt, dan denk je nog steeds dat dit kind ‘normaal’ is. Ze hebben al snel door hoe het werkt in de wereld: ‘als ik flink kabaal maak, dan komt die lieve mevrouw me uit mijn wiegje halen en wordt er met me rondgesjouwd’. Babylief slaapt ’s avonds laat in, bij voorkeur laat nadat hij zich in slaap heeft laten wiegen door papa. Voor die tijd vermaakt hij zich kostelijk met zijn ouders, die totaal uitgeput op de bank hangen.

Met negen maanden staan je ‘baby’ ineens achter je als je even snel naar boven bent gerend om een slabbetje te pakken. Van schrik ben jij het die bijna van de trap af kukelt. In huis is letterlijk niets meer veilig: alles wordt in razend tempo ontdekt. Baby onderzoekt de inhoud van de plantenpot, de inhoud van de pastapot, de inhoud van de luier…

Gaat deze ouder informeren bij andere ouders, van krijgt hij meewarige blikken: ‘wat een raar kind heb jij, nee hoor, zo’n raar kind hebben wij niet. Die van ons kan zich al omdraaien…’ En de ouder tobt door. Elke keer is dit kind hem weer een slag voor: dan sluit het kind de ouder op in de kast, het volgende moment smeert het zich, niet helemaal willekeurig maar toch, onder de lippenstift, het is altijd wat. En dan is het kind pas anderhalf…

Een band met de leerkracht

Band met de leerkracht

Gek is dat toch eigenlijk, dat als je kind slim is hij dat moet bewijzen. Dat veel leerkrachten in de contramine gaan als je komt melden dat je kind het niet zo leuk meer vindt. Alsof het een aanval is op hun functioneren. En dat triomfantelijk wordt gemeld: ‘hij laat het niet zien in de klas’.

Gek eigenlijk, zeker als je ziet dat kinderen die juist moeilijk leren dat niet hoeven te bewijzen. Dat die kinderen op de een of andere manier een ‘zorgreflex’ wakker lijkt te roepen. Alsof dat volledig binnen de comfortzone van de leerkracht ligt. Alsof de leerkracht zich meer competent voelt bij een kind met minder vermogens dan bij een kind met meer vermogens.

Gek, maar vooral jammer. Gemiste kans. Want ook het kind met een voorsprong heeft zorg, aandacht, onderwijs nodig. Op een iets andere manier, maar hij heeft het nodig. Ook, of misschien wel juíst het kind met die voorsprong heeft een band nodig met de leerkracht. Want is die band er, dan is het kind veel meer bereid om voor jou dingen te doen dan wanneer die band ontbreekt.