De hoogbegaafde baby

Hoogbegaafde baby’s bestaan. Hoogbegaafdheid is namelijk erfelijk, de aanleg is er al bij de geboorte. Waarom zien ouders die er eentje hebben dat dan niet?  Dat is niet zo gek, je je eigen kind is je referentiekader. Dus als jij een slim kind hebt, dan denk je nog steeds dat dit kind ‘normaal’ is. Ze hebben al snel door hoe het werkt in de wereld: ‘als ik flink kabaal maak, dan komt die lieve mevrouw me uit mijn wiegje halen en wordt er met me rondgesjouwd’. Babylief slaapt ’s avonds laat in, bij voorkeur laat nadat hij zich in slaap heeft laten wiegen door papa. Voor die tijd vermaakt hij zich kostelijk met zijn ouders, die totaal uitgeput op de bank hangen.

Met negen maanden staan je ‘baby’ ineens achter je als je even snel naar boven bent gerend om een slabbetje te pakken. Van schrik ben jij het die bijna van de trap af kukelt. In huis is letterlijk niets meer veilig: alles wordt in razend tempo ontdekt. Baby onderzoekt de inhoud van de plantenpot, de inhoud van de pastapot, de inhoud van de luier…

Gaat deze ouder informeren bij andere ouders, van krijgt hij meewarige blikken: ‘wat een raar kind heb jij, nee hoor, zo’n raar kind hebben wij niet. Die van ons kan zich al omdraaien…’ En de ouder tobt door. Elke keer is dit kind hem weer een slag voor: dan sluit het kind de ouder op in de kast, het volgende moment smeert het zich, niet helemaal willekeurig maar toch, onder de lippenstift, het is altijd wat. En dan is het kind pas anderhalf…